Maandag, 23 Mei 2005

Heer Ane en de 7 geitjes (1)

En zo gebeurde het dat Heer Ane, na zich 7 maal 7 jaren voor de Mondiale Gemeenschap te hebben ingespannen, er genoeg van had en besloot zijn arbeidzame leven aan de wilgen te hangen en zichzelf te pensioneren: géén werkdruk meer, géén deadlines meer en géén klanten die het altijd anders wilden. Hij zette er definitief een punt achter.

De eerste paar dagen voelde Heer Ane zich bevrijd en opgelucht, een last was van zijn schouders gevallen, hij had het gevoel dat hij een heel nieuw leven was begonnen waarin bij wijze van spreken nog van alles kon gebeuren, maar na ongeveer een week merkte hij dat hij de vertrouwde werkgeluiden begon te missen: het onafgebroken gerinkel van de vele telefoons, het geratel van de faxapparaten, het gezoem en gepiep van de computers en andere high-tech machines, en langzaam maar zeker werd hij zich bewust van het ontstaan van een zekere leegte. Deze leegte was aanvankelijk nauwelijks merkbaar, maar breidde zich iedere dag verder uit als een olievlek op zee afkomstig uit een lekke tanker, zodat Heer Ane er op een gegeven moment niet meer onderuit kon. Hij moest toegeven dat hier wel degelijk sprake was van een leegte, een steeds omvangrijker wordend gebied waarvan hij alleen kon vaststellen dat er zich niets in bevond, dat het gekenmerkt werd door de afwezigheid van iets. Omdat dit verschijnsel hem meer en meer begon te verontrusten, besloot hij af te reizen naar Santiago de Compostela in Spanje teneinde aldaar Maria (de Heilige Maagd) om raad te vragen. Nadat hij voor haar 7 kaarsen had aangestoken, sprak Maria hem toe: 'Gaat henen ende terug naar uwen woonstede en wacht daar af en genade zal u ten deel vallen', sprak zij met zachte stem en deed er vervolgens het zwijgen toe, zodat er voor Heer Ane weinig anders op zat dan inderdaad huiswaarts te keren en daar nadere orders af te wachten.

De eerste dag gebeurde er niets, de tweede dag niet, en ook de derde, vierde, vijfde en zesde dag gebeurde er niets, behalve misschien dat Heer Ane steeds ongeduldiger werd en zijn alcoholconsumptie nogal verontrustend toenam. Maar toen, op de vroege avond van de zevende dag, werd er gebeld aan de deur. 
Heer Ane verwachtte niemand, maar struikelde bijna over zijn eigen voeten in de haast om zijn voordeur te openen. Wat hij daar zag, was wel ongeveer het laatste waarop hij gerekend had. In de hal stonden zeven geitjes! Ze zagen er allemaal precies hetzelfde uit en misschien was het daarom dat ze ieder een bordje om hun nek hadden met daarop een cijfer (1 t/m 7), zodat ze zichzelf uit elkaar konden houden.
Geitje nummer 1 nam het woord: Gegroet, sprak hij schuchter, wij komen uit het Midden-Oosten om uw leegte te vullen. En nu zult u misschien denken: één zo'n geitje is daartoe ontoereikend, maar met ons zevenen tegelijk nemen wij aardig wat ruimte in beslag, zeker als we net flink gegeten hebben en onze adem inhouden. Nou, u begrijpt dat het een gezellige avond werd! Talloze flessen werden ontkurkt en menig vat bier aangeslagen terwijl de verhalen en kwinkslagen over en weer vlogen.

Iedereen die sceptisch was over de mogelijkheid tot verbroedering tussen mens en geit moest zijn ongelijk bekennen en de lichten doofden pas in de vroege ochtend.