Maandag, 15 Augustus 2005

Kaas

U vroeg mij om iets over mijn beroep te vertellen. Nou, daar gaat ie dan: Ik ben kaasverkoopster in een kaaswinkel. Ik verkoop allerlei soorten kaas: jonge kaas, belegen kaas, extra belegen kaas, oude kaas, zeer oude kaas en brokkelkaas. De laatste kaas is kaas die nog ouder is dan zeer oude kaas en daarom niet meer te snijden is, want dan gaat ie brokkelen, vandaar de naam.
We verkopen alleen Nederlandse kaas. Geen Franse kaas, want dat wil mijn baas niet. Hij zegt: die Franse stinkkaas vreten die Fransen zelf maar op, want hij kan soms leuk uit de hoek komen.
Ik verkoop nu zo'n twintig jaar kaas en ik moet zeggen: ik zou niet anders willen, want het is een zeer afwisselend beroep. Het ene moment verkoop je jonge kaas aan een jong iemand en oude kaas aan een oud iemand, maar het kan ook zomaar ineens zijn dat je jonge kaas aan een oud iemand verkoopt en oude kaas aan een jong iemand. Ook het contact met de klanten is leuk. Komt er bijvoorbeeld iemand binnen die regelmatig kaas bij ons koopt en die zegt dan: ik kom kaas kopen. En dan zeg ik: dat komt goed uit, want dit is een kaaswinkel, we hebben niet eens iets anders! En dan liggen we allebei in een deuk. 
Het kaasgebruik van de mensen is ook heel verschillend. De een koopt altijd dezelfde kaas, maar de ander koopt iedere keer weer andere kaas. Dat is ook zo leuk, dat je ziet dat mensen soms heel verschilend zijn. Mensen denken wel eens dat ik zelf geen kaas eet omdat ik de hele dag al kaas verkoop, maar dat is niet zo. Integendeel, ik ben dol op kaas. Kaasfonduen doe ik minstens eenmaal per week, iedere ochtend eet ik een kaastosti als ontbijt en ook kaassoufflés, kaasballetjes en zoutjes met kaassmaak gaan er bij mij in als koek. Als kaaskoek mag je wel zeggen! Op de macaroni: strooikaas, net als op de spaghetti en in de soep ook. Nee, je kan denk ik rustig zeggen dat ik een kaasmens ben. Ik heb er ook wel eens aan gedacht om zelf mijn eigen kaaswinkeltje te beginnen, maar dat is zo'n gedoe, want dan moet je de kaas niet alleen VERkopen, maar ook INkopen. Dat zie ik wel eens bij mijn baas. Dan pakt ie de telefoon, belt naar de groothandel en zegt: doe mij zoveel van die en die kaas. In dat gedoe aan mijn hoofd heb ik weinig trek, want ik kan niet goed praten door de telefoon. Nee, laat mij de kaas maar gewoon verkopen. En inpakken natuurlijk, want dat is een vak apart. Maar daarover een andere keer.