Maandag, 12 Juni 2006

Winter in Leusden 4-1

(Vervolg op ' ')


Ontspannen gleed de autette van Heer Ane op deze zonnige vrijdagmiddag door de lege Leusdense straten. Heer Ane's blik bleef even rusten op een zwangere vrouw achter een kinderwagen en een man die gapend stond te wachten tot zijn hond klaar was met kakken. 'Er wordt iedere dag kei- en keihard gewerkt om dit alles mogelijk te maken', dacht hij grimmig. In de loop der jaren had hij ze zien komen, de pasgetrouwde stelletjes, als een stroom waarvan de bron nooit scheen op te drogen. Ze hadden hun intrek genomen in een van de vele ,sterk op elkaar lijkende, van baksteen gemetselde en met een rood puntdakje getooide dozen. Nog maar nauwelijks waren de bruidsboeketten verwelkt of de buikjes van de bruidjes begonnen al geruststellend te bollen. Hij parkeerde zijn autette voor Anja's woning waar hij al een paar weken niet was geweest. Even later belde hij met het kratje bier in de hand aan. Anja deed open en leek blij verrast hem te zien: 'Nee maar, Ane, leef jij ook nog?.' 'Zeker, zeker, onkruid vergaat niet.'
In de huiskamer met de aangrenzende open leefkeuken zat Henk achterovergeleund op de bank met een glas wijn in de hand. 'Zozo', zei Heer Ane, 'Nu al aan de drank? Moet je niet werken?' Nee, Henk had vanwege het mooie weer de middag maar vrij genomen, er was toch niet veel te doen geweest op de zaak.
'Maar wat heb je daar bij je?', vroeg Henk,'Neem je tegenwoordig je eigen bier mee?' 
'Ja, dit is bier van Euroshopper, het goedkope merk van s'lands grootste kruidenier. Tot voor kort dronk ik Bavaria, maar dat hebben ze onlangs dermate in prijs verhoogd dat het me te gortig werd. Dus nu drink ik dit. Het kost bijna niets en na een paar flesjes proef je de waterige smaak al bijna niet meer. Wil je het eens proberen?' 
'Ach ja, waarom niet', antwoordde Henk en even later reikte Heer Ane hem 1 van de 2 flesjes aan die hij met een door Anja behulpzaam aangereikte opener voor consumptie toegankelijk had gemaakt. 
Henk nam een slok die hij met een peinzende blik enige tijd door zijn mondholte liet circuleren.
'Ja, nogal waterig, maar daar weet ik wel iets op', zei hij terwijl hij opstond en het huis via de leefkeuken verliet om opmerkelijk snel weer terug te keren met in zijn ene hand een halve liter Amstel en in de andere een beugelfles Grolsch. Hij vroeg Anja om enige schone bierglazen.
'Kijk', zei hij, 'Dit drink ik meestal', en vulde een glas tot de helft met Amstel en voor de rest met Grolsch. 'Want ik vind Amstel te zoet en Grolsch te bitter, maar bij elkaar is het precies goed. Ik noem het Gramschtel, proef maar.' 
Heer Ane nam het glas aan dat hem werd voorgehouden en nam bedachtzaam een slok. 
'Gramschtel', declameerde hij op gedragen toon. 'Een volwassen pilschener voor de rijpere drinker die alles gewend is'.

Maandag, 19 Juni 2006

Winter in Leusden 4-2

(Vervolg op ' ')

'Hoe is het trouwens met je vader?', vroeg Anja terwijl Henk doorging met het mengen van alternatieve biercombinaties. 'Is zijn voet er al af? Of uh [hoopvol], niet?' 
'Ach nee', zei Heer Ane enigzins geïrriteerd, 'Ze hadden hem gezegd dat dat misschien uiteindelijk zou kunnen gebeuren als hij zich niet liet behandelen en toen heeft hij er meteen maar van gemaakt dat.. nee, het gaat prima met hem. Hoewel hij gisteren belde dat hij last had van duizelingen, dus er blijft hoop.'
'Je bent wel wreed Ane', zei Anja. 'Je kent mijn vader niet', meende Heer Ane. Ondertussen had Henk - die, verdiept als hij was in zijn alchemistische bezigheden, het gesprek niet had gevolgd - een nieuwe cocktail bereid die hij Heer Ane voorhield. 'En wat vind je hier van?' 
Heer Ane nam een slok, liet het gouden vocht met een peinzend gezicht in zijn mondholte circuleren omdat hij dat Henk eerder had zien doen en bracht verslag uit van zijn bevindingen.
'Mijn complimenten, dit is een lekker biertje. Alles zit er in: Bitterheid, zoetheid, maar in een volmaakte balans. Het geheel wordt wat getemperd door een vage toon van..' 
'Dat is de Euroshopper' zei Henk, 'Die verdunt het wat. Het is een mengsel van 25 procent Amstel, 25 procent Grolsch en 50 procent Euroshopper. Ik noem het Eurogramschtel.' 
'Eurogramschtel', zei Heer Ane, terwijl hij dromerig in de verte tuurde, 'Eurogramschtel, een godendrank bereid uit natuurlijke grondstoffen en het zuiverste mineraalwater uit de eigen met de hand gegraven eeuwenoude bron. Volgens een generaties lang overgeleverd geheim recept dat in een antieke kluis wordt bewaard, waarvoor twee tachtigjarige maagden de wacht houden'. 'Je moet copywriter worden', vond Henk, 'Maar fijn dat je het lekker vindt. Het is tot nu toe ook mijn persoonlijke favoriet. En denk eens aan de prijs. Amstel en Grolsch smaken het best maar die kosten respectievelijk 36 en 37 eurocent per pijpje van 0,3 liter. Terwijl Euroshopper maar 17 cent kost. En Eurogramschtel kost dus minder dan een kwartje per 0,3 liter. Ja, je bent en blijft natuurlijk een Nederlander.'

Maandag, 3 Juli 2006

Winter in Leusden 4-3

(Vervolg op ' ')

Ja, zei Heer Ane, wij Nederlanders hebben de reputatie gierig te zijn. 'Ons bin zunig.' Ik las eens een definitie van een Nederlander, ergens. Die luidde als volgt: Een Nederlander is iemand die eerst uitrekent wat iets kost om er vervolgens van af te zien. Henk en Anja grinnikten. Je vraagt je af waar of dat het vandaan komt, die zuinigheid, vervolgde Heer Ane, want zoiets moet toch een oorzaak hebben, zou je denken, de dingen komen meestal niet uit de lucht vallen. Hoe komt het dat een heel volk te boek staat als krenterig en knieperig? Vragen, vragen, altijd maar vragen... Armoede zou een goede reden voor zuinigheid zijn, maar Nederlanders behoren al eeuwen tot de rijkste mensen op deze planeet, dus dat kan het niet zijn, zou je zeggen. Maar wat is het dan wel? 
Tja, zuchtte Henk, ik zou het niet weten. Jij stelt ook altijd van die rare vragen, hoe kom je op zoiets? Op zo'n vraag? 
Geen idee, zei Heer Ane na het doorslikken van een grote teug Eurogramschstel, het komt gewoon aanwaaien. Je vraagt je ineens iets af zonder te weten waarom. Zo had ik bijvoorbeeld al duizenden uren vanaf mijn balkon naar het bejaardentehuis aan de overkant gestaard, waar nooit iets gebeurt, dus het is heel rustgevend, net als een aquarium, maar je hebt er geen onderhoud aan, en de verpleegsters daar hebben een soort wit uniform aan met broekspijpen die minstens dertig centimeter te kort zijn. Nooit had ik me afgevraagd waarom het zo was, waarom al die pijpen zo kort waren, en ineens vroeg ik het me af. Ik nam aan dat er een praktische reden voor was en heb het bejaardentehuis gebeld om het te vragen, waarom die pijpen zo kort waren. De vrouw die ik aan de lijn kreeg, bleek volgens eigen zeggen al twintig jaren met die pijpen rond te lopen, maar had zich nog nooit afgevraagd waarom ze zo kort waren. Maar ze zou het navragen en of ik dan bijvoorbeeld de volgende dag wilde terugbellen. 
Dat heb ik gedaan en die vrouw zei toen dat er in het hele bejaardentehuis niemand was die het wist, waarom die pijpen zo kort waren, en dat ook niemand zich dat ooit had afgevraagd. Kijk Henk, jij vindt dat ik rare vragen stel, maar wat IK raar vind, is dat een heel bataljon verpleegsters jarenlang in broeken op tweederde van de ware grootte rondloopt en dat er dan niemand is die zich ooit afvraagt waarom dat zo is. 
Misschien komt het door zuinigheid, meende Anja, die zich met een glas rode wijn in de hand in het gesprek mengde, want in zo'n korte broek gaat minder stof en die is dus goedkoper dan een gewone broek. En is dat misschien ook de reden, Ane, dat je je al dagen niet geschoren hebt? Dat het goedkoper is? Nee, zei Heer Ane, vorige week ging mijn elektrische scheerapparaat kapot, hij deed gewoon niks meer, en toen heb ik bij Albert Heijn weggooischeermesjes gekocht. Maar ik kwam er te laat achter dat je die dingen pas NA het scheren moet weggooien. Dus zodoende.

Maandag, 17 Juli 2006

Winter in Leusden 4-4

(Vervolg op ' ')

Henk en Anja lachten. Hij kan soms leuk uit de hoek komen, hè Henk?, zei Anja. Zeker, beaamde Henk, en dat wordt beloond met een vers bereid glas Eurogramschtel. Wil jij niet ook eens even proeven, Anja? Maar nee, Anja had een hekel aan bier en hield het liever bij rode wijn.
Over scheermesjes gesproken, Ane, zei Henk, sommige scheren beter dan andere, ook als ze uit hetzelfde doosje komen. Hoewel je natuurlijk ook kunt zeggen dat sommige scheermesjes botter zijn dan andere. Hoe zou dat komen? Zuinigheid kan het niet zijn, meende Anja, want een dunner mesje moet scherper zijn dan een dikker mesje, waar dus meer materiaal in gaat en dat dus duurder is. Of zie ik het verkeerd? 
Ik weet het niet, zei Heer Ane terwijl hij een vol glas Eurogramschtel van Henk aannam, maar het zou iets te maken kunnen hebben met de productietolerantie. Die mesjes zijn heel dun, dus als er een kleine afwijking in de dikte zit, maakt dat relatief gezien meteen veel uit. Vanuit het mesje gezien zeg maar. In verhouding dus. 
Ja, zei Anja, dat zou het kunnen zijn. Die mesjes, en niet alleen die mesjes, zouden trouwens een stuk goedkoper zijn als er niet zoveel loze verpakking omheen zat, en dan zouden er niet zoveel afvalbergen zijn die het milieu... 
Zeg Ane, onderbrak Henk Anja's betoog, over zuinigheid gesproken, eet jij nog steeds alleen maar gehaktballen? 
Inderdaad, antwoordde Heer Ane op wiens bovenlip zich een grote bierschuimsnor aftekende, ik ben net de eenentwintigste week ingegaan. Hahaha, lachte Henk, eet je echt al... al... vijf maanden alleen maar gehaktballen? 
Zeker, zeker... 
Krijg je daar nou nooit eens genoeg van? Komen die dingen zo onderhand je neus niet uit? 
Nee, althans: niet meer. In week vijf had ik een tijdelijke inzinking, toen begonnen ze me ineens fors tegen te staan, maar toen ben ik gedurende een aantal dagen overgeschakeld op saucijzenbroodjes. Zelf gemaakt met bladerdeeg uit het vriesvak. En ik heb zo'n klein elektrisch oventje. En dan met spinazie uit een potje van Hak erbij. Koud, want het saucijzenbroodje is al warm genoeg. En een hardgekookt ei erbij. Maar na een dag of vier vijf raakte ik verstopt. Van dat bladerdeeg, denk ik, want dat is eigenlijk wit brood zeg maar en dat stopt ook. Dus toen ben ik weer overgegaan op gehaktballen en sindsdien staan ze me niet meer tegen. Integendeel, ik kijk iedere dag uit naar het tijdstip waarop ik mijn gehaktbal kan nuttigen.

Woensdag, 26 Juli 2006

Winter in Leusden 4-5

(Vervolg op ' ')

 

Maar, vroeg Henk, zit je dan zo krap in de financiën, Ane, dat je vijf maanden achter elkaar gehaktballen moet eten? Want als je genoeg geld hebt, doe je zoiets toch niet, lijkt me. Je ontwierp toch boeken of zo?
Boekomslagen, boekomslagen, ik ontwierp boekomslagen. Heb ik jaren gedaan. Ik heb de wereld verrijkt met roemruchte titels als 'Drie maatjes kleiner in 2 weken', 'Wat mijn magnetron nog meer kan', 'Geluk: De cursus', 'Hoe maak ik mijn kind intelligenter zodat ik minder afga', en het absolute hoogtepunt 'Management met metaforen', waarop een aardbol omcirkeld wordt door een enorme adelaar. Met een hakenkruis erbij had het ook nazipropaganda kunnen zijn, maar bij de uitgever waren ze er erg enthousiast over. Sommige dingen veranderen kennelijk nooit. Maar met boekomslagen kun je als freelance grafisch ontwerper vandaag de dag geen droog brood meer verdienen, want die uitgeverijen fuseren de hele tijd en dan is er altijd wel een grafisch ontwerper die bevriend is met een van de directeuren... 
En ik ben ook nog reclamefotograaf geweest. Vijfentwintig jaar lang ben ik iedere dag met zware tegenzin naar mijn werk gegaan om daar allerlei troep voor in Blokker-foldertjes en zo te fotograferen. 
Nou nou, zei Henk, vijfentwintig jaar met tegenzin... Er zullen toch ook wel eens dagen zijn geweest dat je dacht van: hè ja, lekker, dingen fotograferen? 
Nee, zei Heer Ane beslist, nee, nooit! Er is nooit een dag geweest dat ik er zin in had! Nooit! Vandaar dat ik er geen problemen mee heb dat ik nu een uitkering ontvang, hoe laag die ook is. Ik vind dat ik mijn bijdrage aan de samenleving voldaan heb, nu moeten anderen het maar doen. Zelf doe ik helemaal niks meer, ze zoeken het verder maar uit. Tja, het is natuurlijk ook niet niks als je vijfentwintig jaar... iedere dag met tegenzin... haperde Henk beteuterd. 
Zal ik dan nog maar een Eurogramschtel voor je inschenken? Graag, met niet te veel schuim, want anders hap je zo in de lucht. 
En hoe ziet je dag er tegenwoordig dan uit, zo met dat niks doen? vroeg Henk terwijl hij – bijna routineus al – de bieren mengde. Nou, ik sta 's ochtends op, niet te vroeg, zo rond een uur of elf. En dan? Nou, niks 'en dan', dat was het eigenlijk wel zo'n beetje. Ik drink twee koppen koffie waarna ik leegloop in de plee. Rond een uur of halfeen neem ik mijn eerste glaasje ouzo, met flink wat water erbij. Want je moet rustig beginnen. Haastige spoed is zelden goed. Met mijn drankje in de hand ga ik dan op de bank zitten en begin te mijmeren.

Maandag, 2 Oktober 2006

Winter in Leusden 4-6

Maar als je dan op de bank zit te mijmeren met je eerste glaasje aangelengde Ouzo in de hand, wilde Henk weten, waarover mijmer je dan?
Tja, dat kan van alles zijn, zei Heer Ane, vaste regels zijn er niet. Maar ik mijmer vaak over het einde van het leven. Over de dood dus eigenlijk. Maar dan concludeer ik al snel dat het wel ongeveer hetzelfde zal zijn als voor je geboorte. En dat ken je dus al. Daar ben je dus snel over uitgemijmerd, maar gek genoeg keert het onderwerp vaak terug. 
En dat er allerlei gevaren zijn die de volksgezondheid bedreigen waarvan vrijwel niemand zich bewust is, zoals het deel uitmaken van de klassiek georienteerde popgroep Ekseption. He? Ja, drie leden daarvan zijn al overleden, alle drie waren ze nog maar in de vijftig en dat kan je toch geen toeval meer noemen. Misschien is het een straf van God voor hun verkrachten van Bach en Beethoven, maar je vraagt je dan toch wel af of de overheid niet moet waarschuwen voor de risico's die verbonden zijn aan het toetreden tot de restanten van deze popgroep. 
Of ik kijk naar mijn voeten en denk dan: Rare dingen eigenlijk, voeten, er zitten 5 tenen aan terwijl een kat er maar 4 heeft en toch ook niet omvalt. Dat wij mensen dus eigenlijk tenen teveel hebben. Omdat de evolutie naar men beweert toch naar doelmatigheid streeft. 
Of dat je vaak leest en hoort dat de moderne mens het zo druk druk druk heeft en de hele tijd 'koortsachtig' bezig is, terwijl je op straat toch nooit mensen tegenkomt waarvan je de indruk krijgt dat ze een tranquillizer nodig hebben. Integendeel, je denkt eerder aan koffie en peppillen, zo traag als alles gaat. 
Of dat het niet ondenkbaar is dat er allerlei ziektes bestaan waar niemand nog ooit van gehoord heeft. Dat er bijvoorbeeld een hoogst besmettelijk virus is waarvoor alleen Smurfen gevoelig zijn en dat tot gevolg heeft dat ze langzaam maar zeker in Vader Abrahams veranderen. Allemaal. En dat de Smurfen op die manier uiteindelijk zouden uitsterven. En hoe het dan verder moet met die Vader Abrahams, qua voortplanting. Geslachtelijk gaat het niet - vraag maar aan Paul de Leeuw - dus dat het dan door middel van deling zou moeten. 
Of ik vraag me af hoe je bij een vlinder kunt zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Moet je dan tussen hun beentjes kijken? 

Tjonge, zei Henk, jij mijmert nogal wat af. Maar ik zie dat je glas leeg is. Zal ik nog maar een Eurogramschteltje voor je mengen? Ach ja broeder Henk, doet u me er nog maar eentje. Ook zoiets: Nederlanders schijnen steeds minder bier te drinken terwijl ik bij mezelf juist een omgekeerde tendens waarneem.

Maandag, 9 Oktober 2006

Winter in Leusden 4-7

Tjonge, zei Henk, nadat hij twee glazen bier had ingeschonken, jij mijmert wel aparte dingen, Ane. Ik bedoel, ik mijmer ook wel eens wat, maar dat zijn dan meestal wat wat uh... aardsere dingen zeg maar, meer met de voeten op de vloer. Vaak gaat het dan over mijn werk. Zo hebben we laatst op mijn werk nieuwe koperen houtschroeven binnengekregen waar aan de buitenkant een dun laagje zink omheen zit. De fabrikant beweert dat deze nieuwe ontwikkeling grote voordelen biedt in verband met... 
Wijn, onderbrak Anja hem, omdat ze vond dat het zo onderhand hoog tijd werd om ook weer eens een duit in het zakje te doen om te voorkomen dat het een 'herengesprek' werd. Wijn, daar hoor je ook wel eens over dat die steeds minder door Nederlanders gedronken wordt terwijl ikzelf juist... 
Weet je wie weinig met hun voeten op de vloer staan? viel Heer Ane haar in de rede, Suske en Wiske! Suske en Wiske? Henk keek verbaasd. Ja, en Lambiek en Jerommeke en Sidonia ook. Iedereen eigenlijk. Ik heb laatst De Gladde Glipper – dat is nummer 149, nog van Willy Vandersteen zelf – gelezen en daarin bevindt zich 119 keer iemand in de lucht zonder dat daar enige aanleiding of verklaring voor is. Allemaal 'airborne'. De afstand tot de aarde varieerde van een decimeter tot ruim een halve meter boven de grond. Er staan zelfs tekeningen in waarop Suske en Wiske zich op bromfietsen voortbewegen waarvan de wielen zich toch al gauw vijftien centimeter boven het wegdek bevinden, hoewel je dat bij stripfiguren natuurlijk altijd moeilijk kan inschatten. 119 keer? vroeg Henk ongelovig. 119 keer, en dan heb ik de gevallen waarin iemand bijvoorbeeld aangereden wordt door een auto of een klap van Jerommeke krijgt niet eens meegerekend. Tja, meende Henk, als je een klap van Jerommeke krijgt... En ze zitten ook een keer in een luchtballon en dat heb ik ook niet meegeteld. En ook niet die keer dat Wiske aan de noodrem van de trein gaat hangen omdat ze net uit het coupéraampje gezien heeft hoe een dief met een zwart maskertje op de deur van het postkantoor met een breekijzer aan het forceren is. Wat raar dat hij bij een postkantoor probeerde in te breken, zei Anja, die zich net een nieuw glas wijn had ingeschonken. Wat valt er nu te stelen in een postkantoor? Post? Postzegels? Misschien schreef die inbreker veel brieven... Maar het is inderdaad wel merkwaardig dat ze zo vaak door de lucht zweven. Kan het zijn dat ze in België soms minder zwaartekracht hebben?

Maandag, 23 Oktober 2006

Winter in Leusden 4-8

Het begon buiten nu snel donker te worden en Anja schoof de gordijnen dicht en ontstak enige lampen, terwijl zij haar beklag deed over de vroeg invallende duisternis en de lage temperaturen.
Ach, relativeerde Henk, over een half jaar zitten we waarschijnlijk in een hittegolf en dan is het ook weer niet goed. Op de middelbare school heb ik eens een Engels versje uit het hoofd geleerd dat als volgt ging:

A man is a fool
When it's hot he wants it cool
When it's cool he wants it hot
He always wants what he has not.

Op de een of andere manier leek me dat iets... iets fundamenteels uit te drukken. Het is in ieder geval vaak van toepassing, heb ik gemerkt. Maar verder ben ik lang niet zo filosofisch ingesteld als jij, Ane.
Heer Ane leek verbaasd. Vind je dan dat ik filosofisch ben ingesteld?
Ja, meende Henk, met al dat gemijmer en zo.
Maar dat heeft toch niets met filosofie te maken, Henk? Hoewel ik daar wel een bepaalde belangstelling voor heb. Zo heb ik laatst iets over Heidegger gelezen en werd toen nogal gegrepen door zijn kijk op de ontologische indifferentie ten aanzien van de epochale constellatie van het Dasein in het kader van de zijnsverlatenheid van de existentie in de geworpenheid als zodanig. Zoals de dingen zich voordoen in het bestaan van de daadwerkelijke existentie. An sich. Zeg maar.
Dat gaat me boven de pet, Ane.
Tja, het is ook nogal specialistisch, veel jargon. Je moet je er een beetje in verdiepen, want anders kun je er geen touw aan vastknopen. Vanuit de leefkeuken vroeg Anja of de 'heren' misschien iets wilden eten. Maar geen van beide heren had trek.
Als ik drink, eet ik meestal niet en omgekeerd drink ik niet als ik eet, zei Heer Ane. Veel mensen doen het graag tegelijkertijd, eten en drinken, maar bij mij schijnt dat op de een of andere manier niet te werken. Alcohol schijnt trouwens een remmende werking op het hongergevoel te hebben, misschien dat dat ermee te maken heeft.
Dat zou best kunnen, veronderstelde Henk, want ik heb ook altijd minder trek als ik iets gedronken heb. Zal ik dan wat blokjes kaas snijden? vroeg Anja, dat er toch iets te knabbelen is voor het geval dat?
Daar hadden de heren geen bezwaar tegen. Ondertussen boog Heer Ane zich over de mogelijkheid van een zwaartekracht die zich plaatselijk minder sterk deed gelden dan elders. De noord- en zuidpool zijn afgeplat, doceerde hij, dus daar zou de zwaartekracht theoretisch minder moeten zijn, net als in Belgie, als dat lager zou liggen dan de omringende landen, hoewel ik niet denk dat het veel uitmaakt. Aan de andere kant wegen stripfiguren natuurlijk maar heel weinig.

Woensdag, 8 November 2006

Winter in Leusden 4-9

Tja, zei Henk, je staat er eigenlijk nooit zo bij stil, althans ìk niet, maar een stripfiguur heeft inderdaad maar heel weinig gewicht. En het is nog niet eens eenvoudig om uit te maken wat dat gewicht dan precies is, ik bedoel: moet je bijvoorbeeld alleen de drukinkt wegen of moet je het gewicht van het papier waarop het gedrukt is meerekenen?
Heel scherpzinnig, Henk, meende Heer Ane, maar die moeilijkheden zijn door middel van de filosofie te omzeilen als je ervan uitgaat dat stripfiguren mentale concepten zijn en dat hun verschijning op papier in dezen eigenlijk bijzaak is.
Hè?
Ja, een stripfiguur is geen reproductie van iets in de werkelijkheid en dankt zijn bestaan uitsluitend aan de fantasie van zijn of haar schepper. Op die manier bestaat een stripfiguur helemaal niet als zodanig en heeft dus dientengevolge een gewicht van nul, want gedachten wegen niets. Henk zweeg enige tijd peinzend voor zich uit, nam een flinke slok bier en zei: Maar als het waar is dat stripfiguren helemaal niets wegen, dan is het eigenlijk helemaal niet gek dat ze zo vaak in de lucht zweven, want dat zie je toch ook bij astronauten?
Precies! zei Heer Ane. En als je het op die manier bekijkt, klopt alles en is het probleem opgelost. Vanwege zijn gewichtloosheid staat de stripfiguur in een heel andere, veel flexibelere relatie tot de werkelijkheid dan wij mensenkinderen.
Potverdomme, zei Henk, volgens mij heb je gelijk. Maar ik heb er een beetje koppijn van gekregen. En dorst. Wil jij nog een pilsje, Ane? En zal ik voor jou een wijntje meenemen, Anja? Dat laatste moest hij herhalen, want Anja zat met een bijna leeg glas in de hand in gedachten verzonken naar haar schoenen te staren.
Eh ja, graag, Henk...
Nadat Henk alle glazen opnieuw had gevuld, viel er een zwijgen. Het leek alsof de filosofische krachtsinspanningen onze vrienden danig hadden uitgeput, en ook was er nog door niemand van de kaasblokjes gegeten.
Na enige tijd leek Anja te ontwaken. Ze nam een slok van haar wijn en vroeg aarzelend aan niemand in het bijzonder: Maar dan weegt God toch ook niks?

Maandag, 13 November 2006

Winter in Leusden 4-10

De rest van de avond verliep zoals verwacht mocht worden onder deze omstandigheden: het niveau van de conversatie daalde naar gelang het alcoholpromillage in het bloed steeg. Rond een uur of twaalf stond Heer Ane op met de mededeling dat als hij nú niet naar huis ging het er waarschijnlijk niet meer van zou komen. Anja bood hem het logeerbed op zolder aan, maar Heer Ane sliep het liefst in zijn eigen bed. Na zijn jas te hebben aangetrokken en afscheid te hebben genomen, toog hij op weg. Nog voor hij het einde van de straat bereikt had, kreeg hij er al spijt van Anja's aanbod afgeslagen te hebben. Het was kouder dan hij verwacht had en een harde, gure wind sneed hem bijna de adem af. Maar teruggaan was zijn eer te na en hij zette er stevig de pas in. De straten lagen er verlaten bij onder een onbewolkt uitspansel dat beurtelings op hem drukte en aan hem trok. Ongeveer op de helft van de route zag hij aan de overkant van de straat een man onder een lantaarnpaal staan, wiens hond bezig was met urineren. Door de wind waaide de in de stilte klaterende straal precies over zijn schoenen, wat hij niet scheen te bemerken. God is goed en Allah is groot, dacht Heer Ane en voelde zowaar enige warmte. Toen hij wat later zijn flat in het oog kreeg, viel hem op dat bij de buren nog licht brandde. Opmerkelijk, want meestal lag op zaterdagavond iedereen om hooguit elf uur op bed, wat ook geen wonder was omdat ze de halve dag schoenen- en kledingwinkels in en uit waren geslenterd met jengelende kinderen aan hun zijde. En dan ook nog de auto wassen. 
Heer Ane opende de voordeur en beklom de trappen naar zijn appartement zonder enig gerucht te maken. Bij zijn buren stond het bovenlicht van de slaapkamer open en vandaaruit bereikten alarmerende geluiden zijn oren: Aaaah! Aaaaah!, kermde de buurvrouw, het doet zo'n pijn! Ik kan niet meer! Ik kan niet meer! Kom kom, reageerde een bazig klinkende vrouwenstem, we zijn er bijna. Daar komt er alweer een.
Drukken drukken drukken drukken drukken! Toe maar toe maar toe maar toe maar! Zet door zet door zet door zet door! Het gekerm van de buurvrouw ging nu over in een soort gerochel. Jaaaa! Daar istie, het is een jongetje! De buurvrouw begon nu te huilen en hij meende ook wat snikken van de buurman op te vangen. Heer Ane had eens gelezen dat een bevalling voor buitenstaanders vaak een onsmakelijke vertoning was, maar dat de direct betrokkenen door de natuur allerlei stoffen in het bloed gejaagd kregen die heftige emotionele stormen in hen veroorzaakten waardoor zij later naar de gebeurtenis verwezen in termen van 'De mooiste dag van ons leven'. Omdat de nieuwe wereldburger het inmiddels op een indringend blèren had gezet, schoot Heer Ane snel zijn flatje in om aan de schrille klanken te ontsnappen. Na zijn tanden gepoetst te hebben, kroop hij in bed en gleed spoedig in een droom waarin hij op de wc zat terwijl een enorme verpleegster met snor hem ongeduldig toeschreeuwde:
Zet door zet door zet door!!