Vrijdag, 21 Juli 2006

Autonieuws [voor Wim Oude Weernink]

Als geen ander volk ter wereld bezitten de Italianen het vermogen om bij de ware autoliefhebber de gevoelige snaren te beroeren. Dat bleek vorige week eens te meer toen in Tinto Rosso, een klein dorpje ten zuiden van automekka Modena, het doek werd afgetrokken van de allernieuwste Italiaanse supersportwagen, de Rombombari 12.000 GT Turbo 24/6. In het allerdiepste geheim is aan deze auto vijf jaar lang dag en nacht met koortsachtige inspanning gewerkt. En het resultaat kan niet anders dan indrukwekkend genoemd worden. Even wat droge cijfers: 24 cilinders, 12 liter boxermotor, 6 kleppen per cilinder [bij elkaar dus 144!], 12 turbo's, een mechanische compressor, sequentiële 8-versnellingsbak, 6 intercoolers en een totaal gewicht van maar liefst 397 kilogram, dit ondanks het zeer veelvuldig gebruik van exotische superlichte materialen als titanium, koolstofvezel en magnesium... Cijfers waarop de concurrentie voorlopig [?] het antwoord wel even schuldig zal moeten blijven. En dan hebben we het alleen nog maar over de motor...

Maar het is gepast om juist bij de motor te beginnen, want zoals het hart van een paard het hart van een paard is, is het hart van een auto de motor. Zeker als het het hart van een volbloed sportwagen betreft en een volbloed sportwagen is de Rombombari 12.000 GT Turbo 24/6. zonder enige twijfel. Alleen al de oorstrelende muziek die men te horen krijgt nadat op de startknop is gedrukt: de symfonie van klepgeruis als van engelenvleugeltjes vermengd met de brute, noodzakelijk krachtige akkoorden van de explosie, dit alles in een volmaakte balans en harmonie die beide – ogenschijnlijk tegenstrijdige – elementen moeiteloos in zich verenigen om op te gaan in een volmaakte symbiose die in een vloeiende beweging eenparig versnelt om op zijn climax bij 10.000 toeren maar liefst 2154 paarden naar de wielen te dirigeren! Alle 4 wielen uiteraard, want indien deze orkestbak vol trappelende viervoeters alleen op de achterwielen zou worden losgelaten, zouden de immense banden onmiddellijk verdampen... Het immense vermogenspotentieel staat garant voor een acceleratie van 0 naar 100 kilometer per uur in minder dan 1 [EEN] seconde! Omdat de daarbij optredende G-krachten de onmiddellijke dood van de inzittenden zouden betekenen, worden twee voor de ruimtevaart ontworpen drukpakken standaard meegeleverd. Nee, de Rombombari 12.000 GT Turbo 24/6. heeft niets van de karige Nouvelle Cuisine, maar moet gezien worden als een product van de klassieke Franse keuken: grote, volle borden, royaal overgoten met een zware smeuïge roomsaus, weggespoeld met behulp van een flinke hoeveelheid eersteklas Bordeaux.

Het zal duidelijk zijn dat dergelijke prestaties – binnen 30 seconden kan een baan rond de aarde bereikt worden – alleen door de dirigent van dit orkest van woest snuivende renpaarden beteugeld kan worden indien hem krachtige remmen ter beschikking staan. En die heeft de Rombombari dan ook aan boord: ieder wiel is uitgerust met driedubbele keramische schijven met een totale oppervlakte die overeenkomt met die van een halve pingpongtafel... Dat de remblokken vervaardigd zijn van antimaterie wekt dan ook nauwelijks nog verbazing en komt eerder over als een toegift, als een sigaar en een glas cognac nadat de laatste maten van het concert zijn uitgeklonken en de roomsaus al begint te zakken... Toch is er ook aan praktische zaken gedacht. Zo bevindt zich achter de stoelen een schitterend vormgegeven titanium hekwerk dat moet voorkomen dat bij krachtige remmanoeuvres de hele orkestbak met cognacdrinkende en sigarenrokende viervoeters bij bestuurder en passagier[e!] op schoot belandt. Geen overbodige luxe als men bedenkt hoeveel roomsaus er in zo'n geval tegen de ramen zou spatten om deze zo ondoorzichtig te maken dat verder rijden onverantwoord zou zijn.. Het uiterlijk van dit pure raspaard hebben we voor het laatst bewaard. De samengebalde toptechniek is gehuld in een op maat gesneden pak zoals dat alleen aan het brein van een Italiaanse couturier kan ontspruiten. Laag en breed zoals het een ware supersportbolide betaamt, waarbij de stoere, voluptueuze heupen van de wielkasten verbonden worden door een ragfijn samenspel van ronde, elegante, haast vrouwelijk aandoende lijnen waardoor een oogbedwelmende sculptuur ontstaat die doet denken aan een ineengedoken roofpaard dat zich voorbereidt op de sprong...

Niet gering was dan ook onze verbazing toen ons door Rombombari-oprichter Claudio Pomponi werd toevertrouwd dat de oogverblindende carrosserie niet door een Italiaan is getekend, maar door de uit Oost-Friesland afkomstige Fedde Hopkema... En wij altijd maar denken dat die Friezen zo stoïcijns zijn... Stille wateren hebben kennelijk inderdaad soms diepe gronden... Net zoals een enkele schijnbare imperfectie bij paarden alleen maar de nobelheid en de zuivere lijn van het ras onderstreept, is het ruwe, matte, en daardoor moeilijk schoon te maken oppervlak van de fraai vormgegeven vijfspakige, uit titanium vervaardigde hoeven – je moet er niet aan denken dat daar opgedroogde roomsaus op zou zitten – slechts een ondergeschikt detail dat het magistrale van het concept als geheel alleen maar onderstreept. Tot slot de prijs. U weet het: wie naar de prijs moet vragen, kan hem niet betalen... We hebben onze lippen dan ook stijf op elkaar gehouden, maar ongevraagd liet Claudio Pomponi doorschemeren dat eventuele klanten bereid moeten zijn afstand te doen van een bedrag van rond de drie miljoen euro, een som waarvoor men ook een manege zou kunnen kopen, een Vlaams restaurant met klassieke keuken en een kleine wijngaard voor eigen gebruik, waarna men van het wisselgeld nog een cd-speler kan aanschaffen... Daarbij is dan wel een krokodillenlederen etuitje inbegrepen waarin men een tandenborstel kan vervoeren. Want bagageruimte heeft de Rombombari niet...