08/23/2004:

Bij de slager


Het jongetje dat met zijn vader bij de slager staat kan niet ouder zijn dan een jaar of negen, maar door zijn verveelde en verwende uitdrukking lijkt hij eerder een oud mannetje. Als de slager hem vraagt of hij een stukje worst lust, trekt hij een vies gezicht en vraagt argwanend: 'Worst?'

Kennelijk staat dit artikel niet op zijn lijst van eetbare waren die gedomineerd wordt door zalmsnippers in bladerdeeg, truffel en gevulde courgette. 'Ja, worst', zegt de slager, die inmiddels een lamme arm begint te krijgen. 'Wat voor worst?', vraagt de piepjonge bejaarde. 'Gekookte worst, vers gemaakt', antwoordt de slager, die steeds meer moeite heeft zijn ergernis te onderdrukken. Het ventje brengt nu met tegenzin zijn lijfje, dat aan alle kanten wappert van de dure etiketjes in de richting van de toonbank en neemt het stukje worst tussen de uiterste toppen van zijn duim en wijsvinger. Hij bekijkt het voedsel alsof het een bom is die ieder moment kan ontploffen terwijl hij het zo ver mogelijk van zijn gezicht af houdt. Nadat hij het enige tijd heeft bestudeerd gaat het licht kennelijk toch op groen en neemt hij een miniscuul hapje dat hij proeft alsof het stront is. Dan klaart zijn ouwelijke gezichtje enigzins op. 'Mwaah, gaat wel..', brengt hij vermoeid uit.

Als het kereltje met zijn vader de winkel heeft verlaten kijk ik de slager aan en zeg: 'De jeugd heeft de toekomst.' Hij antwoordt niet, maar achter zijn fronsende wenkbrauwen zie ik hem denken: Het is niet te hopen.